Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], HEERE! als ik Uw rede gehoord heb, heb ik gevreesd; [3]Uw werk, o HEERE! behoud dat in het leven [4]in het midden der jaren, [5]maak het bekend in het midden der jaren; in den toorn [6]gedenk des ontfermens. 2. Hebr. uw gehoor gehoord hebt; dat is, als ik gehoord heb hetgeen het U beliefd heeft mij te openbaren, namelijk de verschrikkelijke oordelen, waarmede Gij uw volk zijt dreigende. Zie boven hfdst.1 vs.5 enz. 3. Sommigen verstaan hier door het werk het volk en de kerk Gods, welke is het voornaamste werk onder al de werken Gods, gelijk Ps.100:3; Jer.29:23, en Jes.45:11. Anderen verstaan het aldus: Heere, houd in wezen en in eer hetgeen Gij onder uw volk gedaan hebt, hetwelk Gij krachtig en wonderbaar hebt beschut en beschermd, Het komt vast opeen uit. 4. Dat is, gedurende de zeventig jaren der Babylonische gevangenschap van uw volk. 5. De zin is, maak door uw woord en predikatie dat uw volk dat wete en versta, en doe het metterdaad blijken onder de heidenen, dat Gij U over uw volk ontfermt. 6. Menselijkerwijze van god gesproken. Zie Gen.8:1, en Gen.9:15, en Gen.30:22; Ex.6:4; dat nu God in zijn toorn indachtig is zijner barmhartigheid, blijkt uit vele plaatsen der Heilige Schrift, gelijk Ex.32:11, Ex.32:12; Num.14:17; Ps.6:5 en Ps.9:10,11; en Ps.25:6,7, en Ps.51:3 en Ps.103:6, Ps.103:7,8,9; Jes.12:1; Jer.14:7 Klaagl.3:55; Dan.9:6,16 en elders meer.